Column Anita

Kerst kwelling

– Prof. Anita Jansen, Hoogleraar Experimentele Klinische Psychologie Universiteit Maastricht –

 

Voor mensen met eetstoornissen als anorexia en boulimia nervosa is kerst een kwelling. Alleen al de gedachte aan volle schalen met hoogcalorische lekkernijen leidt tot angst en walging. Ze zijn bang voor al die verrukkelijke calorieën want als je die eet, dan word je direct dikker. Daar zijn ze van overtuigd. En, geef toe, een beetje waar is het wel: na de feestdagen wijst bijna ieders weegschaal wat meer kilo’s aan: het onverbiddelijke gevolg van uitbundige kerstconsumptie.

Mensen met een eetstoornis, het zijn voornamelijk meisjes en jonge vrouwen, ontlenen hun zelfwaardering vrijwel geheel aan hoe ze eruitzien, dat wil zeggen: hoe ze denken dat ze eruitzien, en aan hoeveel controle ze over hun lichaamsgewicht hebben. Ze voelen zich onaantrekkelijk en dik – vaak zijn ze slank of mager – en doen hun uiterste best om gewicht te verliezen.  Een kilo erbij is een grote ramp. Als je zo denkt, dan is het best begrijpelijk dat je opziet tegen feestdagen met veel en lekker eten. Want zie er maar eens van af te blijven, zo eenvoudig is dat niet.

Mensen eten om allerlei redenen. Meestal eten we omdat we denken dat het zo hoort. We eten ’s morgens na het opstaan, halverwege de dag en rond zes uur in de avond. Althans, in Nederland, in Zuid-Europa eten ze later op de avond. Wij krijgen tegen zessen trek, in Spanje begint de maag pas rond een uur of acht te rommelen. Wie met enige regelmaat eet, ontdekt dat zijn lichaam dit snel in de gaten heeft, en er zijn voordeel mee doet. Kan het voorspellen dat er energie gaat komen, dan worden er maatregelen genomen: er wordt vast wat insuline afgescheiden, het bloedsuiker zakt een beetje, er wordt speeksel geproduceerd, allemaal voorbeelden van maatregelen die de spijsvertering bevorderen en het interne milieu zo min mogelijk verstoren zodra er gegeten wordt. Dit gebeurt al zodra signalen aankondigen dat er gegeten gaat worden, dus terwijl er nog geen hap geconsumeerd is. En die anticipatie wordt beleefd als ‘trek’ of ‘honger’. De tijd van de dag kan een eetmoment aankondigen, wat verklaart waarom een Spanjaard pas tegen acht uur ’s avonds honger krijgt terwijl het water al om kwart voor zes in de Hollandse mond loopt. Niet alleen de tijd, ook allerlei andere signalen kunnen aankondigen dat er gegeten gaat worden. Wie elke avond de televisie aanzet om vanuit de luie stoel naar zijn favoriete serie of praatprogramma te kijken, daar een glaasje bij drinkt en wat snacks eet, zal op een gegeven moment trek krijgen op het moment dat de tv aangaat en hij in zijn luie stoel ploft. Immers, die hele context is een voorspeller van snacks met een drankje geworden. Zodra de voorspellers zich aandienen, maakt het lijf zich klaar en wordt er trek of misschien zelfs honger gevoeld.

Aangeleerde trek kan ook het optreden van eetbuien verklaren. Tijdens een eetbui is er sprake van controleverlies en wordt er veel gegeten van allerlei ‘verboden’ hoogcalorisch voedsel. Verboden omdat iemand met een eetstoornis de calorierijke producten die tijdens een eetbui gegeten worden, normaal gesproken niet mag eten van zichzelf. Vaak gaan er aan zo’n eetbui specifieke rituelen vooraf, die de stevige drang om te eten opwekken. Ook het eten van een kleine hoeveelheid verboden hoogcalorisch voedsel, zoals een stukje kerststol bij de brunch, kan uitmonden in een full-blown eetbui. Niet omdat er dan gedacht wordt “mijn dag is nu toch al verpest, ik kan nog wel even dooreten”, maar omdat je lichaam er na zo’n appetizer flink zin in krijgt en zich klaarmaakt voor een onweerstaanbaar groot kerstdiner.