Probiotica in Clostridium difficile

PROBIOTICA IN CLOSTRIDIUM DIFFICILE INFECTIE

In de afgelopen maanden (2012-2013) zijn er een opmerkelijk groot aantal veelbelovende wetenschappelijke A-publicaties in de internationale literatuur verschenen met als onderwerp de preventie en bestrijding van de “terugkerende” Clostridium difficile infectie (terugkerende CDI).

De opleving van de aandacht voor CDI komt met name door de opkomst van nieuwe hypervirulente stammen, een afname van de werking van antibiotica, een toename van incidentie en prevalentie en de aanwezigheid van ten minste drie toxines. Clostridium difficile heeft een breed klinisch spectrum van asymptomatische (besmettelijke) dragers, van diarree tot en met pseudomembraneuze colitis, toxisch megacolon en zelfs leidend tot de dood. Doordat Clostridium difficle een sporenvormer is kan er ook na antibiotica makkelijk endogene zelfbesmetting plaatsvinden, tevens zijn de sporen een probleem bij contaminatie van faciliteiten en verhogen ze de transmissie kans. Al deze factoren geven een hoge “unmet medical need”.

 

Poeptranplantatie. Een aantal Nederlandse wetenschappers liet begin 2013, in het New England J of Medicine, zien dat duodenale infusie van donor-faeces CDI in meer dan tachtig procent van de gevallen kon oplossen waar vancomycine dit slechts kon in 31% en vanco+darmlavage in 23%. De resultaten waren zo spectaculair dat de studie na de interim analyse gestopt werd zodat ook de placebo groep de behandeling kon ontvangen. Andere groepen over de hele wereld hebben soortgelijke positieve resultaten laten zien, de behandeling is echter erg kostbaar.

 

Probiotica. De spectaculaire resultaten met feces transplantaties en recente studies met fidaxomycine laten zien dat het behoud van de normale microbiota (meer dan een kilo levende bacteriën in de darm) geassocieerd is met een lagere kans op herhaling van CDI. Verschuiven van het microbiota profiel van gezond naar ziek is afhankelijk van vele factoren zoals voeding, antibiotica, trauma, stress, toxines en zelfs een auto-immuun respons. Herstel van de gezonde microbiota is voornamelijk mogelijk door voeding met veel oplosbare vezels (galacto- en fructo oligosaccharides ook wel prebiotica genoemd) zodat de endogene/eigen melkzuurbacteriën weer uit kunnen groeien. Ook kan een mengsel van levende melkzuurbacteriën genomen worden (probiotica) om het proces te versnellen. Zeer recente studies laten in patiënten en vrijwilligers zien dat zulke cocktails (meerdere producten of een multispecies product), mits gebruikt bij de juiste doses, CDI zeer efficiënt tegen kan gaan.

Naast recente studies met nieuwe producten zijn er ook meta-analyses verschenen van alle bonafide studies tot nu toe. Uit deze analyses kwam naar voren dat probiotica de incidentie van CDAD (diarree door CD) met 53-66% kunnen verminderen met een “number needed to treat” van slechts 8. In sommige groepen patiënten en probiotica konden zeer significante reducties gevonden worden (p=0.003) terwijl voor andere product/patiënt combinaties geen significantie gevonden werd. De geanalyseerde studies waren voornamelijk samengesteld van gemiddelde-kwaliteit data maar positief en met een gemiddelde afname van 20% van de bijeffecten ten opzichte van de placebo (RR 0.8; Cochrane 2013). De meta-analyses geven duidelijk aan dat de perfecte combinatie mogelijk is maar nog niet universeel toepasbaar.

 

Economie. De kosten van CDI zijn afhankelijk van de toegepaste rekenmethodiek maar lopen op tot tientallen miljarden dollars wereldwijd. Directe kosten van primaire CDI lopen uiteen van 2.000 (USA) tot 3.000 (UK) euro, systeemkosten van bijna 4.000 (USA) tot 6.000 (EU), en kunnen oplopen tot 11.000 euro voor terugkerende-CDI. Uit Canadese studies kwam naar voren dat een op de tien CDI patiënten uiteindelijk hieraan dood gaat. Het gebruik van een dubbele dosis probiotica leverde in Canada een besparing op van twee duizend euro per person (in model met 1000 patiënten).

 

Mits goed gebruikt en gedoseerd en in combinatie met juiste voeding en/of met prebiotische vezels kunnen melkzuurbacteriën een grote kostenbesparing (met minder bijwerkingen) opleveren in CDI preventie en bestrijding. Het behandelprotocol is productafhankelijk.

 

Hoe staat het met uw darmgezondheid? Doe hier de test >