darmkanker

Kankerrisico bij IBD

Inflammatoire darmziekten (IBD), zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa (CU), kunnen gecompliceerd worden door kanker, zowel in als buiten de darm, mogelijk veroorzaakt door de chronische ontsteking. Van invloed zijn waarschijnlijk de duur en uitgebreidheid van de ziekte en de soort behandeling.

Deense onderzoekers hebben onderzoek gedaan naar de kankerrisico’s bij IBD. Over de periode 1978-2002 waren 1515 mensen (waarvan 50% vrouw) gediagnosticeerd met CU en 811 mensen (waarvan 57% vrouw) met de ziekte van Crohn in zeven Deense ziekenhuizen. Vrijwel alle patiënten werden behandeld volgens een regionaal protocol.

Patiënten met milde tot gemiddelde CU werden behandeld met 5-ASA als onderhoudstherapie, in geval van ernstige ziekteactiviteit werden corticosteroïden (Prednison) toegevoegd. Sinds 2005 werd ook het medicijn anti-TNF-a gebruikt bij actieve CU. Indien geen van de medicatie werkzaam waren werd een colectomie (chirurgische verwijdering van de dikke darm) uitgevoerd.

Patiënten met milde tot gemiddelde ziekte van Crohn kregen ook 5-ASA als onderhoudstherapie. Sinds 1999 werd bij opvlamming van de ziekte vaker anti-TNF-a gebruikt in plaats van corticosteroïden. Onderhoudstherapie bestond uit thiopurines en/of anti-TNF-a. Chirurgie werd eveneens uitgevoerd als de medicatie niet voldoende werkzaam was.

Darmkanker werd gevonden bij vijftien patiënten met CU (0,01%). Het risico was hoger bij mensen met CU gediagnosticeerd op jongere leeftijd en uitgebreidere ziekte. Het risico werd niet beïnvloed door 5-ASA gebruik.

Bij twaalf mensen met de ziekte van Crohn werd darmkanker gediagnosticeerd (0,015%). De kans was het grootst voor mannen en waarbij de dikke darm ook bij de ziekte betrokken was (SIR 2.43). Roken leek van invloed te zijn op het risico op darmkanker. Leeftijd van diagnose en 5-ASA/thiopurine gebruik waren niet geassocieerd met het risico op darmkanker.

Bij CU werd een toename gezien van prostaatkanker (SIR 1.67), mogelijk gerelateerd aan 5-ASA gebruik, voor thiopurine-gebruik werd een verminderd risico gezien.

Bij patiënten met de ziekte van Crohn werd een verhoogd risico gezien op longkanker (SIR 2.13), gerelateerd aan het vrouwelijk geslacht, eerste diagnose tussen 50-59 jaar, Crohn in de dunne darm, roken en 5-ASA gebruik. Eveneens werd er een verhoogd risico gezien op baarmoederhalskanker (SIR 1.65). Hierbij werd een relatie gezien met een eerste diagnose tussen 0-19 jaar, roken en 5-ASA/thiopurine-gebruik. Bovendien werd er bij de ziekte van Crohn een verhoogd risico op een lymfoom gezien, met name Non-Hodgkin lymfoom (SIR 3.01). Dit risico was gerelateerd aan Crohn gediagnosticeerd op jonge leeftijd, Crohn in zowel de dikke als de dunne darm en geen gebruik van 5-ASA. Thiopurine-gebruik verhoogde het risico niet.

Concluderend uit het artikel lijkt het dat patiënten met de ziekte van Crohn een verhoogd risico hebben op kanker ten opzichte van de gezonde populatie, dit werd niet gezien bij CU. Bepaalde patiëntkarakteristieken lijken van invloed te zijn op een aantal subtypes kanker. In het achterhoofd moet worden gehouden dat ondanks dat het relatieve risico verhoogd is, het individuele absolute risico voor de patiënt nog steeds laag is.

 

Note: Dit stuk is geschreven door Linda Wanders, arts-onderzoeker Maag-, Darm-, Leverziekten

Bron: Jess T et al. Cancer Risk in Inflammatory Bowel Disease According to Patient Phenotype and Treatment: A Danish Population-Based Cohort Study. Am J Gastroenterol. 2013 Aug 27.