Voeding en Kanker

Voeding en Kanker

– Prof. Ellen Kampman –

Professor Ellen Kampman heeft een leerstoel in Voeding en Kanker, waarvoor zij is verbonden aan de Wageningen Universiteit, Vrije Universiteit in Amsterdam, en het RadboudUMC in Nijmegen. Haar onderzoek richt zich zowel op de preventie van darmkanker, maar ook de invloed van voeding tijdens het hebben van kanker, het herstel en het traject daarna. Daarnaast houdt professor Kampman zich bezig met voedingsrichtlijnen en de barrières die mensen ervaren om deze richtlijnen op te volgen. Op dit moment coördineert zij de COLON-studie waarin 1000 darmkankerpatiënten voor tenminste 5 jaar na diagnose gevolgd worden. Deze studie heeft tot doel meer inzicht te krijgen in hoe voeding en andere leefstijlfactoren van invloed zijn op de behandeling en de progressie van darmkanker. De eerste resultaten zullen na volgend jaar beschikbaar worden. Resultaten over de invloed van voeding en andere leefstijlfactoren op overleving zullen langer op zich laten wachten.

Wat is uw motivatie geweest om zich op dit onderzoek te richten?

Eén op de drie Nederlanders krijgt de diagnose kanker te horen. Naast hart- en vaatziekten is kanker daarom een van de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland. Er is al veel onderzoek gedaan naar de rol van voeding en beweging bij de preventie van kanker, maar er bestaat aanzienlijk minder onderzoek over voeding tijdens de behandeling van kanker en het herstel daarna. Door verbeterde behandelmethoden is de overleving van kanker sterk verbeterd. De 5-jaars overleving van darmkanker in de vroegste stadia is zelfs verbeterd naar 80%. Ondanks dat deze mensen genezen van darmkanker leven zij daarna nog wel met de gevolgen van de ziekte. Vaak wordt bij deze groep een vermindering van de spiermassa gezien en een toename van de vetweefsel. Door deze vermindering van de spiermassa neemt de kwaliteit van leven af doordat men sneller vermoeid is en minder kracht heeft. Bovendien kampt 70% van de ex-darmkankerpatiënten met overgewicht, wat veel gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Overgewicht gaat gepaard met een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, diabetes en ook nog eens een verhoogde kans op kanker. Al deze gegevens wijzen er op dat er nog veel noodzaak is tot verder onderzoek in de richting van voeding en kanker.

Hoe verwacht u de ontwikkeling van uw onderzoeksgebied over 10 jaar?

Over 10 jaar zullen alle uitkomsten van de COLON-studie bekend zijn. Deze uitkomsten zullen ontzettend veel inzicht geven over de invloed van voeding en leefstijl op het herstel en genezing van darmkanker. Ook al dan meer duidelijk zijn over de effecten van het gebruik van voedingssupplementen tijdens en na behandeling. Op het moment dat wij beter inzicht hebben in de invloed van leefstijl op het beloop en herstel van darmkanker, kan er gerichter advies gegeven worden aan patiënten. Op dit moment zijn deze adviezen nog niet voldoende wetenschappelijk onderbouwd.

In wat voor mate is voeding en kanker met elkaar verbonden en welke adviezen heeft u?

Kanker bestaat in vele vormen en heeft daarom ook vele oorzaken. Voeding heeft niet op elke vorm van kanker evenveel van invloed. Van darmkanker weten we wel dat voeding van grote invloed is op het ontstaan. Op basis van een overzicht van al het wetenschappelijk onderzoek is door het Wereld Kanker Onderzoeksfonds (WCRF) geschat dat 50-70% van darmkanker voorkomen kan worden door gezond te eten en meer te bewegen.  Rood vlees (varkensvlees en rundvlees) en alcohol kunnen het risico op darmkanker verhogen. Belangrijk is dat men de consumptie van rood vlees per week beperkt tot maximaal 500 gram per dag..Alcohol zou eigenlijk in zijn geheel vermeden moeten worden, aangezien het een van de meest kankerverwekkende stoffen in onze voeding is. In de huidige aanbevelingen van het WCRF wordt voor diegene die alcohol drinken een maximum van 1 glas voor vrouwen en 2 voor mannen per dag geadviseerd. (Dit omdat alcohol beschermend kan werken tegen bepaalde vormen van hart- en vaatziekten. Er bestaan echter ook andere manieren om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen, zoals meer lichaamsbeweging, die minstens zo effectief zijn. Melkproducten en groenten en fruit verlagen het risico op darmkanker.

Van E-nummers denkt men dat ze ‘gevaarlijk’ zijn. Sommige e-nummers in zeer hoge dosering wel, maar zo’n dosis krijgen we niet binnen. Tegenwoordig heerst er eveneens een soort suiker-taboe. Er heersen ideeën dat suiker de zuurgraad van het lichaam zou veranderen en een voedingsbron vormt voor kanker. Deze ideeën zijn niet wetenschappelijk bewezen, maar maken wel veel mensen bang. Een ding moet recht gezet worden: suiker behoort juist tot een van de belangrijkste energieleveranciers van ons lichaam. Wij hebben suiker dus nodig, maar niet te veel! Teveel suiker kan tot overgewicht leiden. Overgewicht (BMI van 25 en hoger) is een enorm probleem in de westerse samenleving en neemt nog steeds toe. Het hebben van overgewicht is verhoogd de kans op verschillende vormen van kanker. Dit kan komen door een verstoring in de hormoonhuishouding en een chronische milde vorm van ontsteking die aangewakkerd wordt door overgewicht.

Belangrijke aspecten in een gezonde voeding zijn dus in ruime mate groente en fruit, in geringe mate vlees en geen tot weinig alcohol.

Hoe zou voeding kunnen bijdragen aan het zo goed mogelijk doorkomen van chemotherapie en het herstel daarna?

Chemotherapie is iets heel ingrijpends voor het menselijk lichaam. Naast de behandeling tegen kanker, komen er vaak veel bijwerkingen bij kijken. Veel gehoorde bijwerkingen zijn blaren in de mond, diarree en veranderde smaak en geur. Er is nog weinig wetenschappelijk bewijs over hoe we deze klachten het beste kunnen aanpakken of voorkomen, de meeste adviezen zijn gebaseerd op jarenlange ervaring. De COLON-studie zal daar voor de behandeling van darmkanker extra inzicht in geven. Voorheen heerste er altijd het idee dat men kostte wat het kost op gewicht moest blijven. Men werd zelfs geadviseerd om zo veel mogelijk vette happen binnen te krijgen, waaronder slagroom. Nu zijn deze ideeën veranderd en adviseert men toch om op gewicht te blijven door o.a. zoveel mogelijk groente en fruit te eten. Bovendien is lichaamsbeweging ontzettend belangrijk. Blijf ondanks de vermoeidheid die gepaard gaat met de chemotherapie toch bewegen. Ga vooral ook naar buiten en pik wat zonlicht op. Een veel gehoorde klacht na chemotherapie is osteoporose, botontkalking. Zonlicht is een rijke bron aan vitamine D en dat is weer goed voor de botten. Ook zuivelproducten zijn belangrijk tegen de botontkalking. Zuivelproducten werken naast dat zij goed voor de botten zijn beschermend tegen darmkanker. Ondanks dat rood vlees een reputatie heeft dat het mogelijk kankeropwekkend is wordt het niet geheel afgeraden. Rood vlees is o.a. een belangrijke bron van eiwitten, de bouwstenen van het lichaam. Chemotherapie gaat vaak gepaard met spierverval, waarna dit verlies aan spierweefsel vervolgens weer opgebouwd zal moeten worden. Eiwitten zijn hiervoor, naast beweging, belangrijk .

Goede voeding tijdens chemotherapie is complex, het is daarom belangrijk dat mensen die chemotherapie ondergaan begeleiding krijgen van een oncologisch diëtist. Maar ook in de periode na de chemotherapie is vaak een diëtist gewenst om het gewicht weer op het juiste niveau te krijgen en te houden.

Meer informatie is te vinden op:

Wereld Kanker Onderzoek Fonds http://www.wcrf.nl/

Voeding en Kanker info http://voedingenkankerinfo.nl/