aanbevolen hoeveelheid vezels

Gluten-gerelateerde aandoeningen: een overzicht

Tarwe is belangrijk voor de mens. Dit dateert terug tot ongeveer 9000 voor Christus, toen de landbouw zich begon te ontwikkelen. Momenteel zijn tarweproducten verantwoordelijk voor 50% van de energie-inname van de mens, in zowel geïndustrialiseerde als ontwikkelingslanden. Maar sinds het laatste decennium is er een explosieve toename in het vermijden van tarwe. Tarwe, rogge en gerst bevatten gluten, die weer bestaan uit honderden eiwitten. Geschat wordt, dat inmiddels in Westerse landen 20% van de bevolking een glutenvrij dieet volgt. Een belangrijke oorzaak die hier achter speelt is de link tussen gluten en gezondheidsklachten. Inname van gluten wordt gelinkt aan klachten van de darmen en aan klachten zoals hoofdpijn, huidafwijkingen, depressie en moeheid. Maar is dit terecht?

In de geneeskunde worden verschillende gluten-gerelateerde aandoeningen beschreven. De belangrijkste groepen zijn coeliakie (glutenallergie), tarweallergie en de relatief nieuwe aandoening non-coeliac gluten sensitivity (NCGS) oftewel niet-coeliakie gluten overgevoeligheid. Wereldwijd wordt geschat dat ongeveer 5% van de mensen lijdt aan een gluten-gerelateerde aandoening, het aantal mensen dat een glutenvrij dieet volgt ligt aanzienlijk hoger. Onderzoekers uit Noorwegen en Australië hebben de gluten-gerelateerde aandoeningen op een rijtje gezet en met name gekeken naar NCGS.

 

Coeliakie en tarweallergie

Bij coeliakie en tarweallergie zijn er duidelijke afwijkingen te vinden bij patiënten die hier aan lijden. Coeliakie is een auto-immuunziekte die aangetoond kan worden met antistoffen in het bloed en patiënten hebben zichtbare afwijkingen in de dunne darm die gezien kunnen worden tijdens een inwendig maagonderzoek (gastroduodenoscopie). Wereldwijd komt de ziekte bij slechts 1% van de mensen voor en de therapie is een strikt glutenvrij dieet.

Bij tarweallergie hebben patiënten klachten wanneer zij in aanraking komen met tarwe. De klachten kunnen uiteenlopen van jeuk, zwellingen, diarree, buikpijn en hoofdpijn tot ernstige allergische reacties (anafylaxie). De allergische reactie wordt veroorzaakt door het immuunsysteem wat bij andere allergieën ook het geval is. De ziekte komt wereldwijd ook bij ongeveer 1% voor en de diagnose kan gesteld worden met een bloed- of allergietest.  De behandeling is hetzelfde als bij coeliakie: een strikt glutenvrij dieet.

 

NCGS

Bij NCGS zijn de afwijkingen minder duidelijk dan bij coeliakie en tarweallergie. NCGS is een syndroom met zowel darmklachten als klachten van de rest van het lichaam. De darmklachten komen overeen met het prikkelbare darm syndroom (PDS). Patiënten kunnen bijvoorbeeld last hebben van buikpijn, opgeblazen gevoel, misselijkheid, diarree en obstipatie. De klachten van de rest van het lichaam kunnen ver uiteenlopen. Voorbeelden van klachten zijn hoofdpijn, spierpijn, huidafwijkingen, moeheid, gewichtstoename, gewichtsafname en depressie. Er is niet duidelijk bij hoeveel mensen het syndroom voorkomt: studies geven hier verschillende cijfers over, variërend van 0.6% tot 13% van de mensen wereldwijd.

Momenteel wordt de diagnose van NCGS gesteld bij patiënten die zelf een verdenking hebben dat gluten klachten veroorzaken. Er zijn geen testen van bloed of lichamelijk weefsel die dit aan kunnen tonen. Belangrijk is wel dat coeliakie en tarweallergie worden uitgesloten. Er kan gecontroleerd worden of patiënten overgevoelig zijn voor gluten. Dit kan met een test waarbij patiënten de ene week gluten krijgen en de andere week placebo. Dit kan in de vorm van glutenpoeder en placebopoeder zonder werkzame stoffen. De patiënten weten niet in welke week zij gluten of placebo krijgen. De diagnose NCGS wordt gesteld als het aanzienlijk beter gaat met de klachten in de placebo week. Dit is helaas iets wat nog niet in de dagelijkse praktijk wordt toegepast.

 

NCGS, PDS en FODMAPs

De oorzaak van NCGS is complex en niet volledig duidelijk. Er zijn aanwijzingen dat het immuunsysteem, genen en gluten een rol spelen. Maar mogelijk hebben ook andere bestanddelen van voeding met NCGS te maken. Zo zitten er in tarwe, gerst en rogge ook slecht oplosbare koolhydraten (FODMAPs) en andere eiwitten die mogelijk schadelijk zijn, zoals amylase-trypsine inhibitors. Studies hebben laten zien dat FODMAPs mogelijk de boosdoener zijn bij PDS. Een low-FODMAP dieet kan daarom effectief zijn bij PDS patiënten. Er wordt gedacht dat deze FODMAPs bij NCGS ook een rol spelen en dan met name de fructanen.

Hoewel NCGS en PDS veel overlap hebben, geven de onderzoekers aan dat er waarschijnlijk wel sprake is van twee verschillende aandoeningen. NCGS wordt gezien als een overgevoeligheid voor gluten en mogelijk ook andere bestanddelen van tarwe, gerst en rogge. Het immuunsysteem reageert hierop en dit geeft darmklachten en klachten van de rest van het lichaam. Bij PDS patiënten wordt gedacht dat zij intolerant zijn voor FODMAPs en dat dit alleen darmklachten veroorzaakt.

Al met al is NCGS een relatief nieuwe aandoening waarbij belangrijk is dat coeliakie en tarweallergie uitgesloten worden. Gluten, FODMAPs en andere eiwitten in tarwe, gerst en rogge lijken de klachten te veroorzaken. Een glutenvrij dieet kan effectief zijn bij NCGS patiënten. Echter, een glutenvrij dieet kan ook nadelen met zich meebrengen. Er kunnen voedingstekorten ontstaan van onder meer vezels, ijzer, zink, magnesium en vitamine B. De onderzoekers adviseren iedereen die een strikt glutenvrij dieet volgt dit in samenspraak doet met een diëtist(e) zodat er geen voedingstekorten ontstaan. Voorzichtigheid met het starten van een strikt glutenvrij dieet is dus geboden.

 

 

Bron: Dale HF, Biesiekierski JR, Lied GA. Non-coeliac gluten sensitivity and the spectrum of gluten-related disorders: an updated overview. Nutr Res Rev. 2018;July(16):1–10.

 

Lees ook: