dyspepsie

Meer mensen dan verwacht hebben last van terugvloed van voedsel (ruminatie)

Het ruminatiesyndroom wordt is een functionele stoornis waarbij de inhoud van de maag zoals voedsel en/of dranken moeiteloos in de mond wordt teruggevoerd zonder voorafgaande kokhalzen of misselijkheid. Ruminatie valt onder de functionele maagdarmklachten, gedefinieerd in de Rome-criteria. Functionele klachten zijn klachten waarbij een bepaalde lichaamsfunctie niet goed verloopt zonder dat er een onderliggende (meetbare) ziekte is.  

Het is echter onduidelijk hoeveel mensen precies last hebben van ruminatie. Onderzoekers vroegen daarom mensen uit 26 landen om deel te nemen aan een gezondheidsonderzoek. In de gezondheidsenquête waren vragen meegenomen uit de Rome IV-criteria die gebruikt worden voor het diagnosticeren van ruminatie. De Rome-criteria zijn een reeks criteria die door clinici worden gebruikt om een ​​diagnose van een patiënt met een stoornis van de darm-herseninteractie te classificeren. Het betreft de volgende drie vragen uit de Rome IV-criteria:

  • De eerste vraag is of de patiënt in de afgelopen 3 maanden symptomen van regurgitatie hebben gehad – dat wil zeggen, een moeiteloze terugkeer van voedsel of vocht in hun slokdarm en mond. Om in aanmerking te komen moest de frequentie waarmee ze dit meemaakten minimaal twee tot drie keer per maand zijn.
  • De tweede vraag is, als deze regurgitatie-episodes plaatsvonden, werden ze voorafgegaan door kokhalzen? Dat was iets wat je niet wilde zien. Om aan dit criterium te voldoen, mag regurgitatie niet worden voorafgegaan door kokhalzen in meer dan 20% van de episodes.
  • De derde vraag gaat over de frequentie van de symptomen, en specifiek of het meer dan 6 maanden geleden was dat het probleem begon.

Bij het beoordelen van onderzoeksgegevens van 54.127 proefpersonen (gemiddelde leeftijd 44,3 jaar), ontdekten de onderzoekers dat gemiddelde voorkomen van het ruminatiesyndroom (zoals bepaald door Rome IV-criteria) voor alle 26 landen 3,1% was. In de Verenigde Staten varieerde het van 2,8% tot 3,1%, vergelijkbaar met dat van andere landen. Interessant is dat Brazilië de hoogste correlatie had met 5,5%.

Onderzoekers keken ook naar de associatie met verschillende factoren, zoals kwaliteit van leven, psychiatrische aandoeningen (met name angst en depressie) en somatisatie, ofwel lichamelijk onverklaarde klachten. Deze waren sterk gecorreleerd met het ruminatiesyndroom. Er waren ook opmerkelijke correlaties voor een verhoogd risico bij vrouwen, vrouwen van middelbare leeftijd (tussen de 30-60 jaar) en vrouwen met een verhoogde body mass index (BMI).

Het is duidelijk dat onze diagnostische benadering voor het ruminatiesyndroom gericht moet zijn op geschikte vraagstelling volgens de Rome-criteria. Vaak krijgen mensen met dergelijke klachten onnodig een inwendig maagonderzoek (gastroscopie) waarbij niets wordt gevonden. Een zuurmeting van terugvloed van maagsappen in de slokdarm is wel een gepaste onderzoeksmethode (pH-metrie). De primaire behandeling van ruminatiesyndroom zou diafragmatische ademhaling zijn via een logopedist of gespecialiseerde fysiotherapeut, soms inclusief cognitieve gedragstherapie en laag gedoseerde antidepressiva.

Bron: Josefson A et al. Global Prevalence and Impact of Rumination Syndrome. Gastroenterology November 2021

Lees ook: