darmkanker

Vetrijk dieet heeft invloed op het ontstaan van dikke darmkanker door verandering in het microbioom

Dikke darmkanker is één van de meest voorkomende soorten kanker. Door de invoering van het bevolkingsonderzoek in 2014 wordt deze soort kanker vaker al in een vroeg stadium ontdekt waardoor de kans op overleving toeneemt. Uit onderzoek is gebleken dat er een disbalans is in de samenstelling van het microbioom in het vroege stadium van dikke darmkanker en dat deze disbalans toeneemt naarmate de ziekte vordert. Veel factoren hebben invloed op een verstoring van het microbioom, zoals voeding, medicatie en leeftijd. Een voedingspatroon met een hoog percentage aan vet is geassocieerd met het ontstaan van dikke darmkanker. Recent is een onderzoek uitgevoerd met muismodellen waarbij de invloed van een vetrijk dieet op het ontwikkelen van dikke darmkanker is onderzocht en wat daarbij de rol is van het microbioom.

In dit onderzoek zijn twee soorten muizen gebruikt. De eerste muis kreeg wekelijks gedurende zes weken het stofje azoxymethane ingespoten. Dit is een stofje dat DNA-verandering teweeg kan brengen en op die manier de muis gevoeliger kan maken voor het ontwikkelen van dikke darmkanker. Daarnaast zijn muizen gebruikt die bij de geboorte al een foutje hebben in het DNA, namelijk het APC gen. Dit gen komt ook voor bij mensen met familiaire adenomateuze polyposis. Dit is een erfelijke aandoening waarbij een hogere kans is op dikke darmkanker door het veelvuldig ontwikkelen van poliepen in de dikke darm. Beide soorten muizen werden verdeeld in drie groepen. De eerste groep kreeg een vetrijk dieet met 43,1% vet. Ditzelfde dieet werd gegeven aan de tweede groep muizen, maar bij die groep werd ook nog antibiotica gegeven. De laatste groep muizen kreeg een controle dieet met minder vet (16%) en een hoger percentage aan koolhydraten.

Na een aantal weken hadden de muizen met het vetrijke dieet een hoger lichaamsgewicht en vetpercentage vergeleken met de controlegroep. Dit was ook het geval bij de muizen met het vetrijke dieet en antibiotica. Daarbij waren bij muizen met het vetrijke dieet meer tumoren in de darm te zien bij een kijkonderzoek in de darmen (coloscopie). Na het opofferen van de muizen bleken de muizen met het vetrijke dieet een hoger aantal tumoren te hebben en hadden deze tumoren een groter volume vergeleken met de controlegroep en de groep met het vetrijke dieet en antibiotica. Dit laat zien dat het vetrijke dieet geassocieerd is met het ontstaan van dikke darmkanker.

“…bleken de muizen met het vetrijke dieet een hoger aantal tumoren te hebben en hadden deze tumoren een groter volume…”

Van de muizen is de samenstelling van het microbioom onderzocht en er bleek een lagere diversiteit van het microbioom te zijn in de groep muizen met het vetrijke dieet. Twee soorten van het bacteriegeslacht Alistipes (Alistipes sp. Marseille-P5997 en Alistipes sp 5CPEGH6) waren in hogere aantallen aanwezig in het microbioom van muizen met het vetrijke dieet vergeleken met de controlegroep. Deze bacterie staat bekend als een ‘slecht bacteriesoort’ (pathogeen) en is ook in hogere aantallen gevonden in het microbioom van mensen die veel vet eten in vergelijking met mensen die weinig vet eten. Daarnaast waren twee soorten van het bacteriegeslacht Parabacteroides (Parabacteroides diastasonis en Parabacteroides sp. CT06) verminderd in het microbioom van de muizen met het vetrijke dieet. Deze bacteriën hebben juist een beschermende werking op de darm.

“…er bleek een lagere diversiteit van het microbioom te zijn in de groep muizen met het vetrijke dieet.”

Onder de microscoop was te zien dat de doorlaatbaarheid van de darmwand van muizen met het vetrijke dieet hoger was. Dit werd geconcludeerd omdat er meer ruimte was te zien tussen de darmcellen van de muizen met het vetrijke dieet. Ook had deze groep in de darmwand minder aanmaak van de eiwitten E-cadherine en Claudine-3. Deze twee eiwitten hebben een functie in het behoud van de darmbarrière. Deze resultaten suggereren dus dat er door het vetrijke dieet een verminderde darmbarrière is.

De voorgaande resultaten hebben laten zien dat het vetrijke dieet een invloed heeft op de groei van tumoren in de darm, op de diversiteit van het microbioom en op de barrièrefunctie van de darmwand. Aangezien er meer darmtumoren waren bij muizen met het vetrijke dieet dan de muizen met het vetrijke dieet en antibiotica, lijkt het microbioom een rol te spelen bij het ontstaan van de darmtumoren. Om dit verder te onderzoeken is een poeptransplantatie uitgevoerd van muizen die gevoed werden met het vetrijke dieet naar kiemvrije muizen (muizen die steriel worden geboren, dus zonder microbioom). Bij de kiemvrije muizen die een poeptransplantatie hadden gekregen waren meer tumoren en een groter volume van tumoren in de darm te zien vergeleken met kiemvrije muizen die geen poeptransplantatie hadden gekregen. Ook was er bij de muizen die de poeptransplantatie hadden gekregen een vermindering van de eiwitten E-cadherine en Claudine-3 in de darmwand. Dit toont aan dat de verandering in het microbioom die veroorzaakt is door het vetrijke dieet een invloed heeft op de darmbarrière en het ontstaan van dikke darmkanker.

Concluderend heeft een vetrijk dieet bij muizen een invloed op het ontstaan van dikke darmkanker door een verstoring van het microbioom. Daarnaast is er bij een vetrijk dieet een verminderde barrière van de darmwand van muizen te zien. Het is niet duidelijk wat precies het onderliggende mechanisme is van deze bevindingen. Ook is niet duidelijk in hoeverre vezels een rol hebben gespeeld in dit onderzoek. En tot slot kunnen de resultaten die in dit onderzoek zijn gevonden bij de muizen niet zomaar vertaald worden naar mensen. Al met al kan de verstoring van het microbioom door een vetrijk dieet dus van invloed zijn op het ontstaan van dikke darmkanker. Deze informatie zou een goede stap in de richting zijn voor het ontwikkelen van toekomstige preventieve maatregelen en behandelingen.

Bron: Yang J, Wei H, Zhou Y, Szeto CH, Li C, Lin Y, Coker OO, Lau HCH, Chan AWH, Sung JJY, Yu J. High-Fat Diet Promotes Colorectal Tumorigenesis Through Modulating Gut Microbiota and Metabolites. Gastroenterology. 2022 Jan;162(1):135-149.e2.

Lees ook: