Melk

Melk is goed voor elk?

Het voedingscentrum raadt aan 300-450 ml melkproducten per dag te nuttigen voor het binnenkrijgen van voldoende calcium. Het wordt daarbij tevens aangeraden de magere en halfvolle varianten te gebruiken omdat deze minder verzadigd vet bevatten. Tevens noemen zij dat melk een lager risico geeft op het ontwikkelen van darmkanker en dat het eten van yoghurt een lager risico op diabetes type 2 (suikerziekte) geeft. Recent is in de New England Journal of Medicine een overzichtsartikel verschenen waarin de gezondheidseffecten van melk nog eens tegen het licht worden gehouden.

De natuurlijke functie van melk is het voorzien van voeding en bevorderen van groei, waardoor het alle essentiële voedingsstoffen en verschillende groeihormonen bevat. Om te zorgen voor een hoge melkproductie is er (door middel van fokken) gezorgd dat de koeien veel IGF-1 (groeihormoon) produceren. Daarnaast zijn de koeien die gemolken worden vrijwel altijd drachtig (zwanger), waardoor de melk ook relatief veel vrouwelijke hormonen bevat. Ondanks dat deze hormonen in lage hoeveelheden voorkomen in de melk, hebben ze toch effect in het menselijke lichaam. Deze hormonen zijn waarschijnlijk de oorzaak dat melkconsumptie een verhoogd risico van 3-9% lijkt te geven op prostaatkanker bij mannen en mogelijk ook op baarmoederkanker bij vrouwen. Hoe hoog dit risico op baarmoederkanker is moet nog nader onderzocht worden. Daar tegenover staat dat melk wel sterk geassocieerd is met een verlaagd risico (4-17%) op darmkanker.

Melk bij baby’s en kinderen

In het eerste jaar van ons leven is koemelk vanwege de grote hoeveelheid aan voedingsstoffen een goed alternatief als het niet mogelijk is om borstvoeding te geven aan je baby. Wanneer er echter in de familie allergische aandoeningen als astma en eczeem voorkomen is het mogelijk beter om sterk hypoallergene voeding te geven (met caseïne-eiwit hydrolysaat) in plaats van gewone flesvoeding. Wanneer borst- of flesvoeding niet meer nodig is kunnen ouders er voor kiezen om melk geheel te mijden, maar het is dan wel van belang dat er goed gelet wordt op het voldoende binnen krijgen van calcium, vitamine B12 en vitamine D via andere bronnen om te zorgen dat er geen tekorten (deficiënties) ontstaan.

Een van de effecten van melkconsumptie tijdens de kinderjaren is dat de kinderen langer worden. Of dit effect komt door de groeihormonen in de melk, door de vele eiwitten in de melk die groeihormonen in ons lichaam activeren of door iets anders is onduidelijk. Wat wel bekend is, is dat lange mensen in het algemeen een lager risico hebben op hart- en vaatziekten (door onder andere grotere diameter van de kransslagaders en vaak lagere hartslag), maar een hoger risico op een aantal vormen van kanker (grotere organen dus meer cellen waar het ‘mis’ kan gaan), heupfracturen (langere botten en vallen van hogere hoogte), longembolieën (door het hebben van meer en langere aders).

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zuivel is gebaseerd op het binnenkrijgen van voldoende calcium voor het onderhouden van sterke botten. In veel studies lijkt er echter geen duidelijke relatie te zijn tussen het drinken van veel melk en het krijgen van minder botbreuken. Ook zorgt het veel drinken van melk in je jongere jaren niet voor een lager risico op botbreuken op oudere leeftijd. Ons lichaam lijkt dus heel goed in staat te zijn om bij lagere hoeveelheden calcium de opname vanuit de darm sterk te verbeteren waardoor we alsnog voldoende calcium binnen krijgen. Daarnaast zijn er naast calcium andere factoren van belang voor het hebben van gezonde botten, zoals je afkomst (genen), vitamine D en voldoende bewegen. Tevens is melk niet de enige bron van calcium, maar is deze ook voldoende te vinden in onder andere boerenkool, peulvruchten, bonen, broccoli, tofu, noten en in met calcium verrijkte plantaardige melkproducten.

Melk en het gewicht

Melk wordt ook vaak gepromoot vanwege het voorkómen van gewichtstoename. Echter een uitgebreide meta-analyse (analyse van 29 gerandomiseerde studies) liet geen effect zien van melk of andere zuivelproducten op het gewicht. Er is ook geen voordeel van magere zuivelproducten, en bij kinderen lijkt dit zelfs eerder tot gewichtstoename te leiden in vergelijking met de ‘gewone’ variant. Wel wordt het eten van yoghurt in verband gebracht met minder gewichtstoename en mogelijk een lager risico op het ontwikkelen van diabetes type 2 (suikerziekte). Waarschijnlijk komt het effect op het gewicht door de gunstige effecten van yoghurt op ons microbioom. Het is echter niet uit te sluiten dat dit alleen door de yoghurt komt, omdat mensen die yoghurt eten vaak van zichzelf al een gezondere leefstijl hebben.

Vanwege relatief veel verzadigde vetten in melk (65% van vetten in zuivel zijn verzadigd), welke het slechte LDL cholesterol verhogen, worden ter voorkoming van hart- en vaatziekten juist de magere varianten geadviseerd. In studies lijkt het effect van melk op het risico op hart en vaatzieken of het krijgen van een beroerte echter vooral af te hangen waar melk mee wordt vergeleken en niet of het normale of magere zuivel is. Vergeleken met vlees geeft melk een verlaagd risico, maar vergeleken met meervoudig onverzadigde vetten en plantaardige vetten geeft het juist een verhoogd risico op het ontstaan van hart en vaatzieken of een beroerte.

De aanbevelingen van ons voedingscentrum komen dus grotendeels overeen met de besproken literatuur in het huidige review. Echter, de potentiële nadelige gezondheidseffecten (verhoogd risico op hart- en vaatziekten en vormen van kanker) worden niet genoemd. Het adagium “alles met mate” lijkt dus ook op te gaan met melk, en het is minstens zo belangrijk om naar alternatieve plantaardige bronnen te kijken voor calcium. Een bijkomend voordeel is dat verlaging van de veestapel ook bijdraagt aan reductie van de CO2 uitstoot en dus aan een beter milieu.

Bronnen:

Meer lezen: