Opiaten zorgen voor verminderde werking slokdarm

Sinds het begin van de jaren 2000 is er een enorme toename van het gebruik van opiaten, met een stijging van bijna 50% van 2000 tot 2010. Met name is Amerika is overmatig opiaat gebruik een probleem, aldaar wordt bijna 4% van de Amerikaanse bevolking chronisch behandeld met opiaten voor niet-kankergerelateerde chronische pijn. Hoewel de schadelijke effecten van opiaten op de maag, dunne darm en dikke darm bekend zijn, wordt er nu steeds meer bekend over slokdarmmotiliteitsstoornissen, zich uitend in slik- en passageklachten.

De grootste studie tot nu toe omvatte 200 patiënten die chronische opiaten gebruikten en vond een associatie met slokdarm-gerelateerde klachten zoals type III achalasie, oesofagogastric junction outflow obstruction (EGJOO) en distale oesofageale spasme (DES). Andere studies hebben aangetoond dat het effect van opiaten op slokdarmdysfunctie omkeerbaar kan zijn bij het stoppen van het opiaat-gebruik. Als de slokdarmdysfunctie veroorzaakt lijkt te worden door opiaten, lijkt het dus niet verstandig om definitieve therapie aan te bieden (zoals perorale endoscopische myotomie [POEM] of heller-myotomie).

Een groep Amerikaanse onderzoekers heeft nu gekeken nogmaals gekeken naar het effect van opiaten op aandoeningen aan de slokdarm of aandoeningen van de onderste slokdarmsluitspier. Verder keken zij naar mogelijke voorspellers van abnormale slokdarmspieronderzoek (met behulp van manometrie) en welke soorten opiaten worden geassocieerd met de hoogste kans op ernstige motiliteitsstoornissen van de slokdarm. Tot slot onderzochten ze of blootstelling aan opiaten geassocieerd is met een hogere symptoomlast op lange termijn bij patiënten met reeds bekende spastische slokdarmmotiliteitsstoornissen.

Bijna 2 van de 3 patiënten met blootstelling aan opiaten die een manometrie ondergingen, hadden dysfagie en meer dan 25% van hen met dysfagie als het primaire symptoom heeft de diagnose DES (distale slokdarm spasmen) of HE (hypercontractiele slokdarm). Opiaatgebruikers met spastische aandoeningen hebben op de lange termijn een hogere symptoomlast in vergelijking met niet-opiaatgebruikers. Morfine lijkt het meest gepaard te zijn met negatieve bijwerkingen op de slokdarm, terwijl morfine-achtige medicijnen, zoals tramadol en buprenorfine, dit negatieve effect niet lijken te hebben op de slokdarm.

Bron: Patel D et al. Blootstelling aan opioïden heeft een differentiële invloed op de contractie van het slokdarmlichaam over de onderste slokdarmsfincter. Gastroenterology. 7 May 2022

Lees ook: