darmkanker

Agressieve vorm van darmkanker reageert goed op immunotherapie

De agressieve vorm van darmkanker met microsatelliet instabiliteit-high/mismatch repair–deficient (MSI-H/dMMR) lijkt enorm goed te reageren op Pembroluzimab. MSI-H/dMMR refereert naar een genetische instabiliteit in tumoren waarbij er een defect is in het herstel van schade aan het DNA.

Pembroluzimab is een antilichaam, dat bindt aan de ‘programmed death-1’ (PD-1)-receptor en blokkeert daarmee de interactie van van PD-1 receptor met PD-L1 en PD-L2. Tumorcellen gebruiken deze receptor om te voorkomen dat het immuunsysteem de tumor aanvalt. Door deze receptor te blokkeren met behulp van pembrolizumab, versterkt dit de T-celrespons, inclusief de antitumorrespons.

Programmed death 1 (PD-1) blokkade heeft al eerder bij andere MSI-H of dMMR tumoren een gunstig resultaat laten zien, waaronder melanomen, longkanker en nierkanker, maar nu dus ook bij een bepaalde agressieve vorm van darmkanker. In een fase 3 studie werden 307 patiënten met (onbehandelde) uitgezaaide darmkanker, willekeurig ingedeeld in 2 groepen: pembrolizumab 200 mg elke 3 weken, of chemotherapie (5-fluorouracil gebaseerde therapie met of zonder bevacizumab of cetuximab) elke 2 weken. De patiënten uit de chemotherapie groep mochten naar de immunotherapie-groep als zij onder chemotherapie tumorprogressie vertoonden.

De onderzoekers volgende de patiënten gedurende 32.4 maanden, waarbij de overleving in de Pembroluzimab groep 16.5 maanden was in tegenstelling toch 8.2 maanden voor de chemotherapie groep. Na 12 maanden was het percentage van de patiënten die in leven was zonder ziekte progressie 55.3% in de pembrolizumab groep en 37.3% in de chemotherapie groep. Na 24 maanden was dit 48.3% en 18.6%. Complete respons waarbij de ziekte niet meer aantoonbaar was na therapie was 11% in de pembrolizumab groep en 4% chemotherapie groep.

Concluderend kan dus over deze studie gezegde worden dat het een revolutie is in de behandeling van bepaalde agressieve vormen van de darmkanker en dat dit mogelijk de eerste keus therapie wordt.

Bron: https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa2017699

Lees ook: