Probiotica mogelijk zinvol bij kinderen met het autisme en buikklachten

Het autisme spectrum stoornis (ASS) is een groep ontwikkelingsstoornissen die voorkomt bij ongeveer 1% van de Nederlanders. Mensen met ASS hebben moeite met sociale communicatie en interactie, vertonen bepaalde gedragspatronen en reageren anders op zintuiglijke prikkels. Dit heeft veel invloed op het dagelijks leven. De oorzaak van autisme is nog niet bekend, maar het lijkt wel een samenspel te zijn van genetische en omgevingsfactoren.

Naar schatting heeft meer dan 50% van de kinderen met ASS last van buikklachten waarbij obstipatie, diarree en buikpijn vaak op de voorgrond staan. Een aantal onderzoekers hebben gekeken naar samenstelling van het microbioom bij kinderen met ASS en daaruit bleek deze kinderen vaker een disbalans hebben in de samenstelling van hun darmbacteriën (microbiota). De meeste onderzoeken laten zien dat kinderen met ASS minder goede bacteriën (Bifidobacterium en Akkermansia) in hun microbioom hebben en meer potentieel gevaarlijke bacteriën (Clostridia) dan kinderen zonder ASS. Ook blijkt dat een grotere disbalans in de microbiota meer buikklachten en meer symptomen van ASS geeft. 

Niet alleen lijkt er een verschil te zijn in de samenstelling van het microbioom, ook is het immuunsysteem van de darm bij kinderen met ASS niet in balans en dat kan gerelateerd zijn aan het hogere percentage allergieën bij kinderen met ASS. 

Uit andere onderzoeken is gebleken dat suboptimale borstvoeding geassocieerd is met ASS. Borstvoeding bevat voor een groot deel oligosacchariden (bepaalde koolhydraten) die de groei van de goede bacterie B. infantis stimuleren. Deze bacterie is onder andere verantwoordelijk voor een goede darmgezondheid, en zoals eerder gezegd lijkt er een tekort te zijn aan deze bacterie bij kinderen met ASS. 

Koemelk bevat ook veel oligosacchariden en daarnaast nog eiwitten die bijdragen aan een gezond immuunsysteem. Een onderzoeksgroep uit Californië heeft daarom een onderzoek bedacht waarbij kinderen met ASS en buikklachten als behandeling het probioticum B. infantis kregen met of zonder koemelk om te kijken naar een verandering van de buikklachten (een maat voor de darmgezondheid). Het was echter lastig om deze studie uit te voeren. Eetproblemen, zowel weinig als eenzijdig eten, komen namelijk vaak voor bij kinderen met ASS waardoor het geven van medicatie een probleem kan zijn. Daarom is er eerst een pilot studie gedaan. Dit is een studie met een kleine onderzoeksgroep om te kijken of een groter onderzoek haalbaar en zinvol is.

Acht kinderen met ASS, buikklachten en een leeftijd tussen de twee en elf jaar deden mee aan het onderzoek. De studie duurde in totaal twaalf weken. In de eerste vijf weken kregen de kinderen B. infantis met koemelk. Daarna volgde een rustperiode van twee weken waarin de kinderen geen probiotica kregen. Tot slot kregen de kinderen nog een behandeling van vijf weken met B. infantis zonder koemelk.

De uitkomst was dat de medicatie (B. infantis met/zonder koemelk) door de kinderen goed werd verdragen en dat niemand is gestopt vanwege bijwerkingen. De kinderen vonden de probiotica niet lekker, maar ze hebben het toch allemaal twaalf weken volgehouden. Het bleek lastig om kinderen met ASS en buikklachten te vinden die mee konden doen met het onderzoek, omdat die kinderen vaak ook een koemelkallergie hebben.

De buikklachten waren verbeterd bij alle kinderen en de grootste verbetering werd gezien bij de behandeling met B. infantis zonder koemelk. Daarnaast werden er tijdens de behandeling minder ontstekingswaarden aangemaakt in de darm en waren positieve veranderingen te zien in het gedragspatroon van de kinderen.

En wat was er veranderd in de samenstelling van het microbioom? Eigenlijk waren er nauwelijks veranderingen zichtbaar, dus de verbetering in buikklachten zou in dit geval niet gerelateerd kunnen zijn aan grote veranderingen in de samenstelling van darmbacteriën. De onderzoeksgroep was echter te klein en de duur van het onderzoek was te kort waardoor er weinig kan worden gezegd over de effectiviteit van de behandeling. Daarvoor zou een groter en langer durend onderzoek nodig zijn. 

Concluderend, door de behandeling met probioticum B. Infantis (met name zonder koemelk) werd er een verbetering te zien in de buikklachten, het gedragspatroon en het immuunsysteem van de darm bij kinderen met ASS. Echter de samenstelling van de darmbacteriën veranderde niet significant. Een grotere studie dient nog uitgevoerd te worden om de daadwerkelijke effectiviteit van de behandeling te beoordelen. 

Bron: Sanctuary MR, et al (2019). Pilot study of probiotic/colostrum supplementation on gut function in children with autism and gastrointestinal symptoms. PLoS One 14(1)

Lees ook: