Zwangerschap

Actieve ontsteking zorgt voor ongunstige zwangerschapsuitkomsten bij IBD

Inflammatoire darmziekte (IBD) is een chronische darmziekte die vooral jonge mensen treft. Vrouwen met IBD zijn vaak in de vruchtbare leeftijd, aangezien 50% van de IBD-patiënten voor de leeftijd van 35,1 wordt gediagnosticeerd. De mogelijke invloed van IBD op de zwangerschap en bevalling zijn uiteraard zorgen van veel vrouwen met IBD. De frequentie van vrijwillige kinderloosheid neemt toe bij vrouwen met IBD vanwege angst in verband met foetaal risico vanwege hun eigen ziekteverloop en IBD-medicatie.

IBD wordt gekenmerkt door repetitieve episodes van opvlamming en remissie. Het algemene klinische beloop van IBD bij zwangere vrouwen verschilt niet significant van dat van niet-zwangere vrouwen, en het percentage opvlamming van de ziekte tijdens de zwangerschap is ongeveer 20 tot 35%. Als IBD echter actief is op het moment van conceptie, is de kans dat het actief blijft of tijdens de zwangerschap verder verergert 60%. Het is daarom zeer belangrijk om het effect van ziekteactiviteit op zwangerschapsuitkomsten bij IBD te bepalen. Meerdere studies hebben naar de impact gekeken van ziekteactiviteit op het moment van conceptie of tijdens de zwangerschap op zwangerschapsuitkomsten bij vrouwen met IBD. Een deel heeft aangetoond dat actieve ziekte geassocieerd is met ongunstige zwangerschapsuitkomsten, terwijl andere studies echter geen relatie vonden. Daarom hebben de onderzoekers een ​​systematische analyse uitgevoerd om de invloed van ziekteactiviteit op zwangerschapsuitkomsten bij vrouwen met IBD te beoordelen.

De onderzoekers hebben een meta-analyse uitgevoerd op basis van 28 studies met 2.223 zwangerschappen bij vrouwen met actieve IBD en 4.469 zwangerschappen bij vrouwen met inactieve IBD tijdens de peri-conceptieperiode en zwangerschap. De resultaten van deze meta-analyse toonden aan dat vrouwen met actieve IBD tijdens de peri-conceptieperiode en zwangerschap meer kans hebben op nadelige zwangerschapsuitkomsten, met name baby’s met laag geboorte gewicht (3.8x verhoogd risico), vroeggeboorten (2.4x), spontane abortus (1.5x) en doodgeboorten (2.3x) in vergelijking met vrouwen met inactieve IBD. Er waren geen significante verschillen in de incidentie van keizersneden, therapeutische abortussen, pre-eclampsie, aangeboren afwijkingen of buitenbaarmoederlijke zwangerschappen tussen vrouwen met actieve en inactieve IBD, ongeacht het ziektetype. Deze studie toonde ook aan dat het gebruik van IBD-medicatie niet geassocieerd was met een verhoogd risico op nadelige zwangerschapsuitkomsten.

“…het gebruik van IBD-medicatie niet geassocieerd was met een verhoogd risico op nadelige zwangerschapsuitkomsten.”

De studie geeft duidelijk weer dat actieve IBD ongunstige zwangerschapsuitkomsten heeft en suggereert dat het handhaven van de remissiestatus voor of tijdens de zwangerschap belangrijk is om ongunstige zwangerschapsuitkomsten bij IBD-patiënten te voorkomen.

Hoewel het onderliggende mechanisme waardoor actieve ziekte tijdens de zwangerschap de ongunstige zwangerschapsuitkomsten verhoogt, blijft vooralsnog onduidelijk. Er zijn verschillende verklaringen. Ten eerste kan vitamine D-tekort een rol spelen. Volgens eerdere studies is vitamine D-tekort geassocieerd met een verhoogd risico op obstetrische complicaties, zoals een laag geboortegewicht, vroeggeboorte en herhaald zwangerschapsverlies. Laag vitamine D is onafhankelijk geassocieerd met verhoogde IBD-ziekteactiviteit. Ten tweede hebben verschillende onderzoeken immunologische verschillen gerapporteerd in immuun cellen van zowel bloed als darmslijmvlies tussen patiënten met actieve en inactieve IBD. En dat daardoor de immuun cellen niet alleen prominent aanwezig zijn in het darmslijmvlies van patiënten met actieve IBD, maar ook ontstekingen in voortplantingsorganen bevordert.

Bron: Kim et al. The Influence of Disease Activity on Pregnancy Outcomes in Women With Inflammatory Bowel Disease: A Systematic Review and Meta-Analysis. Journal of Crohn’s and Colitis, Volume 15, Issue 5, May 2021, Pages 719–732

Lees ook: