bacillus

Veelvoorkomende darmbacterie verantwoordelijk voor dikkedarmkanker

Let op, deze tekst is aangepast na statement van de fabrikant van het betreffende probioticum.

Er wordt al langer gesuggereerd dat darmbacteriën betrokken zijn bij de ontwikkeling van dikkedarmkanker. In de ontlasting en het tumorweefsel van dikkedarmkankerpatiënten werden verschillende soorten bacteriën in hogere hoeveelheden aangetroffen, waaronder een aantal toxische stammen van de soort Escherichia coli. Deze stammen produceren een toxisch stofje (colibactin), dat schade brengt aan het DNA van, onder andere, darmcellen. Darmcellen kunnen deze schade meestal wel herstellen, maar soms treden er foutjes op, wat kan resulteren in tumorgroei. Althans, zo luidt de theorie. Nederlandse en Amerikaanse onderzoekers demonstreerden recentelijk dat één van deze schadelijke E. coli-stammen inderdaad direct kan leiden tot DNA schade, met mogelijk dikkedarmkanker als gevolg. Het probleem: Deze E. coli-stammen komen bij één op de vijf gezonde personen voor en één specifieke stam wordt bovendien verkocht als probioticum. Volgens de fabrikant van het probioticum is er echter geen reden tot ongerustheid.

Mini-orgaantjes

De onderzoekers gebruikten een bijzonder modelsysteem om de effecten van de bacteriestam te testen: organoïden. Dit zijn cellen die in feite een miniversie vormen van het betreffende orgaan, in dit geval de dikke darm. De onderzoekers injecteerden deze minidarmen met de toxiche E.coli-stam. Ter vergelijking werd een andere groep minidarmen geïnjecteerd met een onschadelijke E. coli – hiervan werd het gen dat leidt tot productie van het toxische stofje, uitgeschakeld. Beide stammen overleefden drie dagen in de minidarmen, waarbij alleen de toxische E. coli DNA schade aanbracht in de cellen. Vervolgens werden de minidarmen gedurende vijf maanden meerdere malen blootgesteld aan de bacteriestammen en werd het DNA van de cellen geanalyseerd. De onderzoekers ontdekten een uniek patroon in het DNA van de cellen die blootgesteld waren aan de toxische bacteriestam. Andere kankerverwekkende factoren, zoals tabaksrook en UV-straling, laten bijvoorbeeld ook een uniek patroon in het DNA achter.

Van minidarm naar patiënt

De onderzoekers waren benieuwd of de DNA patronen die ze in de minidarmen zagen, ook voorkwamen in tumoren van kankerpatiënten. Hiervoor maakten ze gebruik van een Nederlandse databank met het DNA van meer dan 3000 uitzaaiingen van allerlei soorten tumoren. DNA schade die in oorspronkelijke tumoren aanwezig was, is namelijk ook aanwezig in deze uitzaaiingen. In de ca. 500 uitzaaiingen van dikke darmkankerpatiënten kwamen soortgelijke patronen voor als in de minidarmen die waren blootgesteld aan de toxische bacteriestam. Bovendien kwamen de patronen vaker voor in uitzaaiingen van dikkedarmkanker, dan in uitzaaiingen van andere soorten kanker. Tot slot ontdekten de wetenschappers dat deze DNA patronen, bij een deel van een grote groep patiënten, voorkwamen in genen waarin dit kan leiden tot kanker

Vervolgstappen

De studie laat zien dat er een direct verband is tussen een toxische E. coli-stam en DNA schade in gezonde darmcellen, met mogelijk kanker als gevolg. Eén op de vijf gezonde personen draagt zo’n toxische E. coli bij zich en heeft dus waarschijnlijk een verhoogde kans op dikkedarmkanker. De studie suggereert dat het detecteren en verwijderen van natuurlijk voorkomende toxische stammen, het aantal gevallen van dikkedarmkanker zou kunnen verlagen. Daarnaast is een bepaalde E. coli stam (genaamd “Nissle 1917”), goedgekeurd en op de markt gebracht als probioticum. Er moet echter nog verder worden onderzocht of deze specifieke bacteriestam tot dezelfde resultaten leidt, in het lab (bijvoorbeeld in minidarmen) en in patiënten. In een statement van licht de fabrikant van dit probioticum nader toe dat het mutatiepatroon slechts in 5% van de uitzaaiingen van patiënten met dikkedarmkanker voorkwam – in 95% van de gevallen dus niet. Ook wijst de fabrikant erop dat de specifieke stam die gebruikt wordt in de studie, niet het probioticum E. coli Nissle 1917 betreft, maar een andere stam. De fabrikant benadrukt hierbij dat elke bacteriestam andere eigenschappen heeft, ook al dragen ze beiden de soortnaam E. coli. Daarnaast wijst de fabrikant er nog eens op dat E. coli Nissle 1917 één van de best bestuurde probioticumstammen is, waar door 150 verschillende onderzoeksgroepen wereldwijd onderzoek naar wordt gedaan. Het betreffende probioticum heeft in meerdere studies tot nu toe verschillende positieve effecten laten zien, met weinig bijwerkingen. In klinische studies heeft het probioticum nog geen carcinogene effecten laten zien. Het is duidelijk dat er nog verder onderzoek moet worden gedaan naar de daadwerkelijke betekenis van de studie met de minidarmen. In deze context is het wel goed om te noemen dat andere veelgebruikte probiotica, bijvoorbeeld melkzuurbacteriën, helemaal los staan van het onderzoek en dus geen reden van ongerustheid zijn.

Bronnen:

Lees ook: