Ellen Kampman

Interview Ellen Kampman over het onderzoek naar voeding en darmkanker bij WUR

Prof. Ellen Kampman, hoogleraar Voeding & Ziekte van de Wageningen Universiteit & Research

De afgelopen 10 jaar hebben we meer dan 2.000 darmkanker patiënten in de COLON studie opgenomen. In de COLON-studie vragen we aan mensen met dikke darmkanker voor, tijdens en na behandeling naar hun leefstijl: voedingsgewoonten, of ze voedingssupplementen gebruiken en of ze bijvoorbeeld sporten of roken. Bij al die mensen kijken we vervolgens gedurende een periode van 5 jaar of de kanker wegblijft of dat de kanker is teruggekomen. We proberen zo verbanden te kunnen leggen tussen voeding, leefgewoontes en het verloop van de ziekte. 

Zo zijn we erachter gekomen dat mensen met darmkanker die voor de operatie een vezelrijk dieet hadden, minder ernstige complicaties ervaren na de operatie. We weten nog niet hoe deze associatie in elkaar steekt, welke vezels het meest gunstig zijn en in welke hoeveelheden. We gaan hier verder onderzoek naar doen, waarbij we o.a. nagaan of het gebruik van de digitale VezelUp tool mensen voor operatie kan stimuleren om meer vezels te eten.

“Zo zijn we erachter gekomen dat mensen met darmkanker die voor de operatie een vezelrijk dieet hadden, minder ernstige complicaties ervaren na de operatie.”

Voorts kwam ook uit de COLON studie naar voren dat patiënten die meer klachten van langdurige vermoeidheid hadden, op CT-scan meer spiervervetting lieten zien. De vraag is of de spierkwaliteit verbeterd kan worden door leefstijl-coaching en of dit ook een gunstig effect heeft op de vermoeidheid. Deze leefstijl interventie onderzoeken we momenteel in de SoFiT-trial.

Veel mensen met darmkanker hebben een verlaagd vitamine D in hun bloed. Bij diegenen bij wie dit hersteld naar normale waarden na de behandeling zien we een betere overleving. Het is nog onduidelijk of suppletie van vitamine D gunstig is bij darmkanker patiënten of dat het na succesvolle behandeling vanzelf weer goed komt. Mogelijk heeft een te laag  vitamine D gehalte aan dat de tumor er nog zit.

Vitamine B9, beter bekend als foliumzuur, lijkt juist een ongunstig effect te hebben op darmkanker. Daarbij gaat het wel specifiek om het synthetisch foliumzuur, dus wat in vitaminepreparaten zit. Bij patiënten met een hoog gehalte van synthetisch foliumzuur in hun bloed zien we vaker dat de kanker terugkeert. Hoe dit zou kunnen werken zijn we nog aan het onderzoeken.

Een aanzienlijk deel van de patiënten die chemotherapie krijgen krijgt te maken met neuropathie. Dit is zenuwschade ten gevolge van de chemotherapie, waarbij patiënten een doof (en soms pijnlijk) gevoel aan handen en voeten hebben. Soms is het van tijdelijke aard, maar we zien ook wel dat het blijvend is. Magnesium uit de voeding, o.a. uit groene bladgroenten, peulvruchten en noten zou mogelijk beschermend kunnen werken tegen deze vervelende bijwerking. 

Ongeveer 60% van de Nederlandse bevolking gebruikt voedingssupplementen, waaronder veel kankerpatiënten. Vaak bespreken patiënten dit niet met hun behandelend arts, mede door de schroom omdat het bestempeld kan worden als ‘alternatieve circuit’. Uit onze vragenlijsten kwam naar voren dat er wel veel behoefte is aan gericht advies.

We kunnen op dit moment nog geen gericht advies geven over voedingssupplementen. We weten dat bepaalde vitamines ook een negatief effect laten zien, daarom raden we af om multi-vitamine en andere voedingspreparaten te gebruiken tijdens therapie. Het kan namelijk zijn dat er een interactie is tussen de chemotherapie en de voedingssupplementen. Wel moet er goed op gelet worden dat er geen tekorten ontstaan.

Het belangrijkst is om gezond te eten, volgens de schijf van 5. Als je ziek bent of in de herstellende fase zit, is naast voldoende beweging, een eiwitrijke voeding belangrijkbelangrijk om spierverlies tegen te gaan. Dit moet grofweg 1 gram per kilogram lichaamsgewicht. Een diëtist kan adviseren welke keuze in eiwitrijke producten het beste gemaakt kan worden. In Ziekenhuis Gelderse Vallei draait nu het prehabilitatieprogramma XtraFit waarbij mensen die geopereerd worden aan darmkanker extra begeleiding krijgen van een diëtist en fysiotherapeut om zo fit mogelijk te zijn, voor, tijdens en na hun behandeling.

Naast gezond voedsel is een gezond gewicht minstens zo belangrijk. Een groot deel van de kankerpatiënten heeft voor de diagnose overgewicht, maar helaas zien we dat dat na behandeling nog steeds zo is. Een van de doelen in de SoFiT-trial is dan ook om middels een coach de leefstijl permanent aan te passen en een gezond gewicht te bereiken en te behouden.

Het veranderen van je leefstijl is heel lastig, terwijl dat vaak een enorme impact heeft op je gezondheid. Door middel van een persoonlijk programma begeleid door bijvoorbeeld leefstijlcoaches is langdurige aanpassing echt mogelijk en zal de kans op terugkeer van kanker verlaagd worden, evenals het ontwikkelen van nieuwe vormen van kanker.

Het moet niet zo zijn dat leefstijlaanpassing als een straf voelt, er zijn echt niet alleen maar dingen die je moet stoppen zoals roken en alcohol drinken, maar bijvoorbeeld koffie lijkt een beschermend effect te hebben tegen bepaalde vormen van kanker en mag daarom wel gewoon gedronken worden. Leefstijlaanpassingen moeten niet te drastisch zijn, passen bij de persoon, en doordat ze aantrekkelijk zijn vol te houden zijn. . Door een gezondere leefstijl gaat men zich beter voelen, waardoor het aantrekkelijker wordt.  Kleine stapjes in de goede richting kunnen al een verschil maken.

Van belang is dat de zorgverleners op de hoogte zijn en patiënten wijzen op dergelijke prehabilitatie programma’s. Om deze leefstijladviezen nog gerichter te maken gaan we nog verder onderzoek door waarbij we ook aangeboren verschillen tussen mensen zullen meenemen en zullen kijken naar specifieke soorten dikke darmkanker.

Bronnen:

Lees ook: