Poliep

Mogelijk juist negatief in plaats van positief effect van calciumsuppletie op darmkanker

Darmkanker wordt vrijwel altijd voorafgegaan aan poliepen. In de menselijke dikke darm kunnen verschillende soorten poliepen voorkomen. De meest voorkomende zijn goedaardig, maar andere kunnen ontaarden in darmkanker. Het grootste deel van de poliepen is verheven of gesteeld en wordt ook wel ‘adenomen’ genoemd. Maar er bestaan ook vlakkere poliepen, ‘sessiele geserreerde adenomen’. De precieze oorzaak van het ontstaan van dit soort poliepen is nog niet bekend. Wel heeft onderzoek aangetoond dat roken, alcoholgebruik, Kaukasisch ras en obesitas zorgen voor een verhoogde kans op het ontstaan van deze poliepen.

Omdat darmkanker een veelvoorkomende vorm van kanker is, die in een vroeg stadium goed te behandelen blijkt, is er in 2014 het bevolkingsonderzoek opgestart. Naast het vroeg opsporen van darmkanker, heeft het bevolkingsonderzoek ook tot voordeel dat poliepen verwijderd kunnen worden. In de meest ideale situatie is men deze fase echter nog voor door precieze risicofactoren en beschermende factoren te identificeren. Op die manier kan men de ongunstige poliepen en dus dikkedarmkanker in een nog eerdere fase voorkomen.

Onderzoekers in de VS hebben een grote gerandomiseerde studie uitgevoerd om de relatie tussen suppletie van calcium en vitamine D en het ontstaan van sessiele geserreerde adenomen te achterhalen. Eerdere studies laten een mogelijk positief effect zien van het gebruik van calcium op darmkanker. De hypothese van het onderzoek in de VS was dan ook dat er een positief effect zou optreden. Deelnemers aan de studie waren patiënten waarbij in de voorafgaande maanden minimaal één poliep was verwijderd. Zij werden random in één van de volgende groepen geplaatst: calciumsuppletie, vitamine D3-suppletie, suppletie van calcium én vitamine D3, of placebo (geen van beide). Na 3-5 jaar werd de suppletie gestopt en werd bij de deelnemers een colonoscopie, kijkonderzoek van de dikke darm, verricht. Vervolgens werd, na 3 jaar gestopt te zijn met de suppletie, een tweede colonoscopie gedaan.

Er werden geen significante verschillen gevonden bij de colonoscopie in de verschillende groepen direct na de periode van suppletie. Bij de tweede colonoscopie was dit daarentegen wel het geval. Bij de patiënten die tijdens de proefperiode suppletie van calcium of de combinatie van calcium en vitamine D3 hadden gehad, bleek de kans op sessiele geserreerde adenomen hoger te zijn dan bij hen die alleen vitamine D3 of placebo hadden gekregen. Tevens werd gevonden dat bij vrouwen de kans op eender elke poliep verhoogd was na blootstelling aan suppletie van calcium.

Concluderend toont bovenstaande studie aan dat er bewijs is dat suppletie van calcium en suppletie van calcium én vitamine D3 bij patiënten die eerder poliepen in de dikke darm hebben gehad, de kans op sessiele geserreerde adenomen verhoogt op de lange termijn. Dit is een opvallend resultaat en tegengesteld aan eerder onderzoek dat juist liet ziet dat calcium een positief effect heeft op darmkanker. Meer onderzoek is nodig om de gegevens te bevestigen en om consequenties te hebben voor mogelijke preventie van dikkedarmkanker. Wanneer suppletie van calcium en vitamine D3 wordt geadviseerd bij patiënten, zullen de baten altijd moeten worden afgewogen tegen de mogelijke risico’s.

Bron: Seth D Crockett et al. Calcium and vitamin D supplementation and increased risk of serrated polyps: results from a randomised clinical trial. Gut, March 2019, volume 68 – 3, (Epub March 2018). doi: 10.1136/gutjnl-2017-315242.

Lees ook: