Zuurbranden

Adviezen over verstandig voorschrijven van maagzuurremmers

Protonpompremmers (PPI’s) behoren tot de meest gebruikte medicijnen ter wereld. Naar schatting heeft 40% van de mensen boven de 70 jaar heeft een PPI in de medicijnlijst staan. Deze middelen zijn primair ontwikkeld voor de behandeling en preventie van door zuur veroorzaakte aandoeningen van het bovenste deel van het maagdarmkanaal zoals zuurschade aan de slokdarm en maagzweren, maar worden steeds vaker gebruikt voor indicaties waarbij hun voordelen minder zeker zijn, zoals aspecifieke buikklachten.

Het te vaak voorschrijven van PPIs brengt onnodige economische kosten met zich mee en draagt ​​bij aan polyfarmacie. Polyfarmacie wil zeggen dat mensen verschillende medicijnen gebruiken voor verschillende indicaties waardoor er meer interacties en bijwerkingen kunnen ontstaan. Bovendien wordt het gebruik van PPI in toenemende mate in verband gebracht met een aantal ongewenste bijwerkingen (PPI-geassocieerde bijwerkingen [PAAE’s]). Enkele voorbeelden van deze bijwerkingen zijn laag magnesium, verhoogd risico op darminfecties en mogelijk zelfs dementie. Daarom is het belangrijk om PPI’s te stoppen indien de indicatie niet duidelijk is. Dit is een belangrijke strategie om de last van pillen te verminderen en tegelijkertijd de kosten en risico’s te verminderen. Een groep onderzoekers heeft nu praktijkadviezen opgesteld hoe het gebruik van PPI verbeterd kan worden. Ze hebben een ‘proceskaart’ geschetst van de conceptuele benadering voor het afschaffen van het voorschrijven van PPI’s in een klinische setting.

  • Advies 1: Alle patiënten die een PPI gebruiken, moeten regelmatig de lopende indicaties voor gebruik bekijken. Deze beoordeling moet de verantwoordelijkheid zijn van de primaire zorgverlener van de patiënt.
  • Advies 2: Alle patiënten zonder een definitieve indicatie voor chronische PPI moeten worden overwogen voor een onderzoek naar het stoppen van het voorschrijven.
  • Advies 3: Bij de meeste patiënten met een indicatie voor chronisch PPI-gebruik die tweemaal daags worden gedoseerd, moet worden overwogen om af te stappen naar eenmaal daags PPI.
  • Advies 4: Patiënten met gecompliceerde gastro-oesofageale refluxziekte, zoals patiënten met een voorgeschiedenis van ernstige erosieve oesofagitis, oesofageale ulcera of peptische strictuur, dienen over het algemeen niet te worden overwogen voor stopzetting van de PPI.
  • Advies 5: Patiënten met een bekende Barrett-slokdarm, eosinofiele oesofagitis of idiopathische longfibrose dienen over het algemeen niet in aanmerking te komen voor een proef met het stoppen van de PPI.
  • Advies 6: PPI-gebruikers moeten worden beoordeeld op het risico op bloedingen in het bovenste deel van het maagdarmkanaal met behulp van een op feiten gebaseerde strategie voordat ze het stopzetten.
  • Advies 7: Patiënten met een hoog risico op bloedingen in het bovenste deel van het maagdarmkanaal dienen niet overwogen te worden om PPI te stoppen. Een hoog risico wordt omschreven als mensen met eerder een maagbloeding, gebruik van meerdere bloedverdunners of gebruikers van aspirine of NSAIDs met daarnaast nog een risico factor (ouder dan 60, ernstige comorbiditeit, gebruik van tweede NSAID, aspirine, bloedverdunner of corticosteroid).
  • Advies 8: Patiënten die stoppen met langdurige PPI-therapie, moeten erop worden gewezen dat ze voorbijgaande symptomen van het bovenste deel van het maagdarmkanaal kunnen ontwikkelen als gevolg van hypersecretie van reboundzuur.
  • Advies 9: Bij het stopzetten van het voorschrijven van PPI’s kan worden overwogen om de dosering af te bouwen of abrupt te staken. Tot dusver is er nog geen verschil gebleken in het ontwikkelen van reboundzuur.
  • Advies 10: De beslissing om te stoppen met PPI’s moet uitsluitend gebaseerd zijn op het ontbreken van een indicatie voor het gebruik van PPI’s, en niet vanwege bezorgdheid over PAAE’s. De aanwezigheid van een PAAE of een voorgeschiedenis van een PAAE bij een huidige PPI-gebruiker is geen onafhankelijke indicatie voor stoppen van een PPI. Evenzo mag de aanwezigheid van onderliggende risicofactoren voor de ontwikkeling van een bijwerking die verband houdt met het gebruik van een PPI ook geen onafhankelijke indicatie zijn voor het stopzetten van de PPI

Bron: Targownik L et al. AGA Clinical Practice Update on De-Prescribing of Proton Pump Inhibitors: Expert ReviewGastroenterology, February 16, 2022

Lees ook: