Baby en moeder

Veel contact tussen moeder en kind is essentieel voor de ontwikkeling van het microbioom

Het is uitgebreid bekend dat het microbioom ook in de eerste fase van ons leven belangrijk is. Bij kinderen is een dysbiose (afwijkende darmflora) namelijk geassocieerd met de ontwikkeling van inflammatoire darmziekten, diabetes type I, necrotiserende enterocolitis (darmaandoening bij te vroeg geboren kinderen) en astma. Maar hoe de samenstelling van een gezond en divers microbioom precies tot stand komt na de geboorte is nog niet helemaal duidelijk.

Een aantal bekende factoren die invloed hebben op de ontwikkeling van het microbioom in de eerste fase van ons leven zijn:

  • de wijze van bevalling (vaginaal of keizersnede);
  • de zwangerschapsduur op moment van bevalling;
  • antibioticagebruik van de moeder en kind; en
  • of er borst- of flesvoeding wordt gegeven.

De intieme relatie die een kind de eerste maanden heeft met zijn/haar moeder heeft echter waarschijnlijk ook een grote rol bij de samenstelling van het microbioom van het kind.

Het onderzoek

In dit onderzoek heeft men gekeken hoe groot de invloed is van het contact tussen moeder en kind in de eerste maanden op de samenstelling van het microbioom van het kind. Hierbij is er bij 25 jonge moeders, die vaginaal bevallen zijn van gezonde (op tijd geboren) kinderen, gekeken naar de samenstelling van het microbioom in de ontlasting, mond, huid tussen de borsten en de vagina direct na de bevalling. Bij alle baby’s werd de samenstelling van het microbioom bekeken van de darmen en mond in de periode vanaf de geboorte tot 4 maanden (5 metingen).  

De eerste verrassende bevinding was dat het darm-microbioom van de baby’s op dag 1 een hoge diversiteit had (veel verschillende soorten microben). Hierbij kwam 50% overeen met de soorten van het microbioom van de moeder samengesteld uit de 4 verschillende plaatsen (22.1% darm, 16.3% vagina, 7.2% mond en 5% huid). Het is zelfs mogelijk het microbioom al deels tot stand is gekomen in de baarmoeder. Na dag 1 zie je in de eerste week een snelle daling van de diversiteit doordat er een selectie plaatsvind van de verschillende soorten organismen van het microbioom. Dit komt deels doordat bijvoorbeeld huidbacteriën niet goed kunnen overleven in de darm, en omdat de darm nu ook bloot wordt gesteld aan zuurstof waardoor anaerobe bacteriën (bacteriën die geen zuurstof nodig hebben om energie op te wekken) zullen afnemen. In het darm-microbioom bij 4 maanden zie je dan ook geen bacterie soorten meer terug die afkomstig waren van de huid en vagina van de moeder, maar komt 51.6% overeen met de darm en 9.5% met soorten van de mond van de moeder. In het microbioom in de mond van de baby werd eenzelfde soort selectieproces gezien. De diversiteit bij 4 maanden is, vergeleken bij de eerste sterke afname, wel weer toegenomen. Dit komt onder andere door een continue overdracht van het microbioom van de moeder op het kind. Bewijs hiervoor is dat er ‘nieuwe’ soorten van de moeder pas op latere tijdstippen bij het kind worden terug gevonden.

“In het darm-microbioom bij 4 maanden […] komt 51.6% overeen met de darm en 9.5% met soorten van de mond van de moeder.”

Naast dat de helft van de soorten die gezien worden bij de baby afkomstig zijn van de moeder, komt er dus ook nog 50% van contact met de omgeving en andere personen. De kans dat de soorten die afkomstig zijn van de moeder zich permanent lijken te vestigen bij het kind is echter wel een stuk groter, namelijk 70.5% voor soorten van de moeder en 27% voor soorten niet afkomstig van de moeder.

De samenstelling van het microbioom van een kind lijkt dus te ontstaan door een continue toestroom van veel verschillende soorten microben die aan een streng selectieproces worden onderworpen, waardoor alleen die soorten overblijven die op de desbetreffende plek het beste kunnen overleven. Soorten van de moeder lijken hierbij cruciaal omdat deze zich veel vaker permanent lijken te vestigen.

Bron: Ferretti, P et al. Mother-to-Infant microbial transmission from different body sites shapes the developing infant gut microbiome. Cell Host Microbe. 2018 jul 11; 24(1): 133-145.

Lees ook: