Voedingsvezels en prebiotica lijken gunstig te werken op functionele maagdarm-aandoeningen en het microbioom bij kinderen, maar de exacte werking blijft nog onduidelijk

In ons maag-darmkanaal huisvest een uitgebreide populatie micro-organismen, bestaande uit met name bacteriën, die samen het microbioom worden genoemd. Het microbioom heeft, naast de opname van belangrijke voedingsstoffen uit de darmen, een belangrijke rol in het immuunsysteem en helpt het lichaam verdedigen tegen ziekteverwekkers. De samenstelling van het microbioom wordt al vanaf de geboorte bepaald en hangt af van een aantal factoren zoals de manier van bevalling (vaginaal of middels keizersnede), de voeding in de eerste levensmaanden (borstvoeding of flesvoeding) en de samenstelling van vaste voeding op latere leeftijd. Andere factoren die invloed hebben op het microbioom zijn het gebruik van antibiotica, overige medicatie, land van geboorte, stress en hygiëne. 

Er is steeds meer bewijs dat het microbioom ook een rol heeft in het ontstaan van ziekten zoals inflammatoire darmziekten (IBD), diabetes en obesitas. Maar ook in het ontstaan van verscheidene functionele maagdarm-aandoeningen, zoals prikkelbare darmsyndroom (PDS) of functionele obstipatie. Echter is een oorzakelijk verband nooit concreet aangetoond.

Functionele maagdarm-aandoeningen komen veel voor op de kinderleeftijd en hebben negatieve gevolgen voor de kwaliteit van leven van zowel kinderen als hun ouders. Er komen steeds meer studies naar de rol van het microbioom en het beïnvloeden van het microbioom met dieettoevoegingen zoals prebiotica en voedingsvezels. Prebiotica en vezels zijn onverteerbare koolhydraten die de groei van bepaalde gunstige bacteriën in het microbioom kunnen stimuleren en de spijsvertering bevorderen. 

“De auteurs vonden bewijs voor verschillen in microbioom samenstelling van baby’s met excessief huilen en jonge kinderen met PDS…”

Dit artikel geeft een samenvatting van de huidige literatuur over het effect van prebiotica en voedingsvezels voor de behandeling van functionele gastrointestinale ziekten bij jonge kinderen. De auteurs vonden bewijs voor verschillen in microbioom samenstelling van baby’s met excessief huilen en jonge kinderen met PDS, in vergelijking met gezonde kinderen. Opvallend was dat de samenstelling van het microbioom van kinderen met functionele obstipatie lijkt niet lijkt te verschillen van gezonde kinderen. Hoewel sommige studies positieve resultaten laten zien voor het gebruik van prebiotica en vezels bij deze functionele gastrointestinale ziektebeelden, konden de auteurs geen duidelijke conclusies trekken waarom dit positieve effect werd gezien. Door de verschillen in studiemethoden en samenstelling van voedingsvezels en prebiotica-stammen tussen studies was het voor de auteurs onmogelijk om de studieresultaten met elkaar te vergelijken.

De auteurs concluderen dat er meer onderzoek nodig is naar de exacte rol van prebiotica en vezels in de behandeling van functionele darmklachten op de kinderleeftijd. 

Bron: Wegh CAM, Schoterman MHC, Vaughan EE, Belzer C, Benninga MA. The effect of fiber and prebiotics on children’s gastrointestinal disorders and microbiome. Expert Review of Gastroenterology & Hepatology (2017):11:11;1031-1045.

Lees ook: